Op 6 augustus is het zover: de masten gaan eraf. Het weekend ervoor hebben we alle kabels die door de mast gaan losgetrokken, de lieren eraf geschroefd en de resterende vallen en lijnen naar beneden gehaald.
Daarna is de verstaging aan de beurt. Doodeng en tegennatuurlijk voelt het om de spanners een voor een los te draaien. Het is 14 jaar geleden dat de masten eraf zijn geweest, dus de moeren, bouten en splitpennen geven zich niet heel snel gewonnen.
Uiteindelijk staat elke mast nog met slechts 3 stagen vast, in plaats van 10, wanneer de kraanmachinist besluit om het hele circus een dag uit te stellen (te warm, te laat, te moe). We schroeven voor de zekerheid de achterstag van de grote mast weer vast en bidden voor een rustige nacht.
Wanneer we de volgende dag om 8 uur op de werf zijn, ligt de giek al op de kant. Daarna gaat het snel, tot ieders verrassing. Zowel de grote als de schoenermast komt makkelijk vrij van dek, zonder het teak mee te nemen of de kettingzaag in te schakelen.
Rond koffietijd liggen ze al op de kade en kunnen we het beslag eraf gaan schroeven. Ondertussen gaat de zaag vast in de zalingen (de spreiders die aan de mast zitten om de verstaging onder de goede hoek aan dek te brengen), zodat het een compact geheel wordt.
De volgende stap is het tekenwerk door Olivier van Meer. De bedoeling is dat de werf de masten namaakt in staal en begin 2019 er weer op zet. Je snapt dat wij daar erg naar uitkijken, want een zeilschip zonder masten is helemaal niks.