“Als je het schip eerst laat stralen, weet je meteen wat er onder al die roest zit. Maar grote kans dat je dan later nog een keer moet, als al het laswerk klaar is.”
Twee jaar geleden zaten we op een zonovergoten juni-dag in de (oude) kuip van de Baltic, samen met Olivier van Meer. Binnen stond alles nog op z’n plek. De giek wiegde zacht heen en weer in de wind. De kombuis rook naar verse koffie.
Twee keer stralen hadden we niet in ons budget opgenomen en dus besloten we het advies van Olivier te volgen en eerst al het las- en ijzerwerk te laten doen, voordat we naar de straler zouden gaan.
Gelukkig wisten we tijdens die koffiepauze met Olivier nog niet dat er zoveel tijd, geld en tegenslagen overheen zouden gaan voordat het zover was.
“Ik denk dat we een maand of drie nodig hebben voor het ijzerwerk. Nieuwe kuip en boegspriet, rotte plekken opknappen en, oh ja, de rvs-bolders zijn al besteld.”
Eén jaar geleden zaten we op een zonovergoten juni-dag op de (oude) reling van de Baltic, samen met Matthijs van SRF. Het ruim was helemaal leeggehaald. De houten masten lagen in mootjes achter op de werf. De salon bezaaid met gereedschap.
Als alles volgens plan verliep, konden we half september naar de straler. Maar tot dan toe was er nog maar weinig volgens plan verlopen. We hadden in januari al met het ijzerwerk willen beginnen en nu was het juni.
“We hadden een klein probleempje met het weghalen van de tank uit de voorpiek. Het gat is inmiddels gedicht, maar we durven voorlopig niet verder te gaan met slopen. Het schip moet eerst op de kant.”
Begin september was het toen Matthijs ons belde met de mededeling dat het slootwater naar binnen liep via een onwenselijke route. De Baltic moest op de kant om het gat te dichten. En dan zouden we meteen de rest van de romp checken. Half september naar de straler ging in elk geval niet lukken.
Half oktober was er ruimte in de loods. Of eind oktober. Half november misschien. Het werd 5 december. Op een ijskoude, maar zonovergoten dag werd de Baltic uit het water gelift en met de botenwagen de loods in gereden.
We dachten daar met een week of 3, 4 wel klaar te zijn.
“We kunnen op z’n vroegst half maart met de Baltic aan de slag, tot die tijd staat de straalhal helemaal volgepland.”
Vlak voor Kerstmis overlegden we met de straler over hun planning. We spraken af dat we op 16 maart naar hen toe zouden gaan, met de botenkar, over de weg. Qua ijzerwerk zou de werf dat makkelijk halen.
Maar in februari schoot het niet zo op en aan het eind van die maand werden er nog een paar flinke gaten in de achterhut ontdekt. Het werd krap.
Toch maakten we op 8 maart vol goede moed een filmpje van al het ijzerwerk dat gedaan was: “Nog een of twee weken, dan gaan we naar de straler.” 16 maart ging de werf niet helemaal halen, maar een week later moest zeker wel lukken.
En toen was het 16 maart en werd “iedereen […] gevraagd sociaal contact te mijden en zoveel mogelijk thuis te werken.” Het werd stil op de werf. Een deel van de werknemers zat thuis, klanten (schepen) wachtten af. Ook wij. Waar ging dit naartoe?
De Baltic was vrijwel klaar voor de volgende stap, maar dit leek niet het juiste moment voor de megaklus ‘stralen, plamuren en spuiten’.
“Jullie kunnen hier vanaf volgende week wel terecht”, mailde de straler begin april. Maar de werf had geen personeel om de nieuwe schroefas te draaien. Vanwege corona was onze inkomstenstroom voor de komende maanden op z’n minst onzeker. En ondertussen zagen we her en der toch weer kleinigheden die (‘nu we hier toch nog staan’) nog even dichtgelast moesten worden.
Hooguit een halve dag per week werkte de werf aan ons schip. Maar eind mei zat de schroefas erin en waren de laatste kleinigheden dichtgelast. Onze eigen opdrachtenstroom zag er voorlopig stabiel uit. Zou het dan toch?
“Alle punten zijn opgelost hoor! Alleen is nu de botenkar stuk…”
We krijgen begin juni een appje van Matthijs. De afstandsbediening van de kar werkt niet meer en moet terug naar de leverancier. In Zweden. Per post. Het pakketje is ruim een week kwijt, maar komt gelukkig weer boven water.
Sinds een paar dagen is de kar weer in bedrijf. De straler heeft vanaf volgende week ruimte voor ons: de Baltic kan op pad! Nu echt. En dus rijden we morgenvroeg, op een zonovergoten juni-dag naar Harlingen om deze langverwachte tocht naar de straler te filmen. Eindelijk.
En nu maar hopen dat de weg niet opgebroken is.
(We zagen de graafmachine afgelopen maandag al staan…)